donderdag 5 januari 2012

Andere vragen

Er was een tijd dat ik veel discussieerde op internet. Ik discussieerde met mensen (of bots. Sommige argumenten zijn zo vooringenomen dat de lijn tussen mensen en bots soms niet scherp te trekken is) over allerlei onderwerpen. Over de positie van Amerika in de politieke wereldorde, over klimaatverandering, over het aloude Ajax of Feyenoord en met name over religie tegen rationaliteit.


Ik ben soms tot het ziekelijke nieuwsgierig en wil alles weten en begrijpen. Eén van de grootste frustraties die ik heb, is dat ik maar niet kan begrijpen hoe kwantumfysica werkt. En ik heb het geprobeerd. Ik ben naar What The Bleep Do We Know geweest en heb twee boeken van Stephen Hawking (PDF en download) gelezen en kan er niet bij dat er dingen zijn die tegelijk op meerdere plekken kunnen zijn en toch weer niet, dat je een penalty zowel in de linker- als de rechterhoek kunt schieten. Mateloos irritant vind ik het. Ik weet ook veel te weinig over Paaseiland en de psyche van een voetbalhooligan en zou graag willen weten hoe het kan dat mensen plicht boven geweten stellen zoals in de Tweede Wereldoorlog.


Zo heb ik vaak genoeg discussies gehad met gelovigen om te achterhalen wat hen nu beweegt om iets dat aan alle kanten rammelt (waar het rammelt is wellicht een onderwerp voor een andere blogpost of een boek. Voor wie vast wat wil lezen: hoofdstuk 2, 3 en 4). Helaas krijg ik nooit antwoord op die vraag, behalve dan dat ik ondankbaar zou zijn. Ondankbaar tegenover God omdat hij mij en alles om me heen geschapen heeft en ervoor zorgt dat alles gaat zoals het gaat. Ondankbaar tegenover Jezus omdat hij gestorven is voor mij, in welke vorm dan ook (dat hele sterven voor de mensen is mij ook nooit goed uitgelegd, en ik ben daar niet alleen in). Zonder God en Jezus zou ik er niet zijn geweest en áls ik er was geweest, was het één grote hel (misschien wel letterlijk).



Mensen nemen onwaarschijnlijke (zo onwaarschijnlijk dat eigenlijk allen de zuiver filosofische notie dat je het niet-bestaan van iets nooit kunt bewijzen omdat iets altijd buiten je gezichtsveld kan zijn, zeker als het sowieso niet detecteerbaar is) dingen aan, omdat het ondankbaar ten opzichte van die onwaarschijnlijke dingen is om dat niet te doen. Dit is iets waar ik niet zo gek veel mee kan. 


Dit is geen antwoord op de vraag, want een geloof, in de zin van het woord van "het voor waar aannemen van een bepaalde propositie" is geen bewuste keuze. Ik hang mijn feitelijk opvattingen niet aan omdat is dat gekozen heb. Wat je voor waar aanneemt is geen keuze, dat is een gevolg van prikkels die je krijgt. Als ik opmerk dat het heel warm is, dat er veel onregelmatig licht is en dat voorwerpen door de vloer van mijn zolder naar beneden vallen, als ik sirenes hoor en ik heb pijn aan al mijn ledematen, dan is het niet onwaarschijnlijk dat ik me realiseer dat mijn huis in brand staat. Dat is geen keuze. Dat is een cognitief gevolg van al die prikkels. De drang uit het raam te springen of met de douchekop de vlammen te lijf te gaan, dát heeft een keuze-element in zich. De vraag die ik de gelovigen stelde is naar de prikkels, niet naar de keuze. Ondankbaarheid is namelijk alleen een zinnig iets als het bestaan van die entiteit ten opzichte waarvan je ondankbaar bent, aannemelijk is. Het feit dat ik nu niet op het punt sta om uit het raam te springen of de TV van een flinke plons water te voorzien, is om precies dezelfde reden dat ik niet vind dat ik dankbaar of ondankbaar moet zijn naar God.


Misschien bestaat er wel iemand als God. Begrijp me niet verkeerd, maar ik heb nooit een reden gehoord waarom dat waarschijnlijk is. Dat, en alle argumenten tegen het bestaat van een God, goden, voorvader-geesten, magische energieën of wat dan ook, brengt mij ertoe dat ik niet geloof in het bestaan van zo'n entiteit. Niet in de zin van het voor waar aannemen van de propositie "God bestaat" (ik neem ook niet zomaar voor waar aan dat de propositie "God bestaat niet" waar is. Het is zeer waarschijnlijk, maar niet bewijsbaar. Fundamenteel niet) en ook niet met een hoofdletter G. Geloof met een hoofdletter (anders dan in het eerste woord van een zin) is iets anders dan het voor waar aannemen van de propositie dat God bestaat. Er hangt een hoop aan waar een gelovige vast meer over kan zeggen.


Hoe dan ook, ondankbaarheid is niet zo interessant. Ik ben alleen maar (on)dankbaar naar individuen die ik op welke manier dan ook kan detecteren, die met me communiceren en waarvoor ik reden heb om het bestaan te aanvaarden (in kentheoretische zin). Zo ben ik ook niet boos en ben ik nooit boos geweest omdat mijn tante overleed aan leukemie. Op wie moet ik boos zijn? "Shit does not happen. It is made by assholes," dat gaat niet op als de asshole niet te detecteren is. Sommige dingen gebeuren en daar kunnen we weinig aan doen. Cellen delen zich soms op een manier die desastreus uit kan pakken voor het lichaam. Het gebeurt dat je na die celdeling herstelt en zeven keer de Tour de France wint, het gebeurt dat je herstelt en verder gaat met je leven, soms komt het terug en ga je de strijd weer aan. Soms verslaat het je en dat is bij mijn tante gebeurd. Niemand heeft dat gedaan. 


De gelovigen waar ik de discussies mee had, die slaan een grote stap over. God is er, omdat God er is en dat is het beginpunt, niet het eindpunt voor hen (correct me if I'm wrong). Voor mij is "God is er" een propositie die waar of onwaar kan zijn. Alle religies hebben zo hun proposities die ze voor waar aannemen. Is Jezus een God? De een zegt dat ze zeker weten dat dat het geval is, de ander zegt dat ze zeker weten van niet. Mij lijkt het onwaarschijnlijk, maar ik weet het nooit helemaal zeker. 


Het kan in ieder geval niet allemaal waar zijn. als de christenen helemaal gelijk hebben, betekent dat dat de joden, de moslims, scientology, de foute denominaties binnen het christendom, hindoes en al die anderen, op fundamentele punten geen gelijk hebben. In het beste geval hebben ze allemaal op één na, fundamenteel ergens ongelijk. In het beste geval zijn álle heilige boeken, op één na, niet door de Ene God geschreven. Atheïsten gaan eigenlijk alleen één god verder dan monotheïsten. We zijn het als atheïsten en christenen eens over het feit dat Wodan, Zeus en Tezcatlipoca niet bestaan, maar verschillen in één god.


Atheïsten hebben vaak de neiging zich polemisch op te stellen in dit soort discussies en ik denk niet dat dit altijd nodig is. Soms is hard terugslaan nodig, zoals bij die man die tegen mij riep dat het feit dat ik niet streng gelovig ben opgevoed (maar in een mengeling van katholicisme en secularisme) betekent dat mijn ouders niet van me houden. Dat soort verbanden is niet te leggen en het is immoreel en fout om ze erdoor te duwen om je punt te maken. Deze discussie is echter anders. Dit is inhoudelijk. De vraag is namelijk verkeerd begrepen. Ik vroeg feitelijk waarom je de propositie "God bestaat" voor waar aanneemt en krijg antwoord op de vraag "waarom volg je de God die bestaat?"


Mensen zeggen wel eens dat, als je iets niet kunt uitleggen aan een intelligent kind van 11, dat het dan niet waar is, of niet goed uitgelegd. Voor kwantum-fysica gaat dit misschien niet op, maar het gaat zeker op voor vragen. Als ik A vraag en B krijg, is kennelijk A niet duidelijk genoeg geweest. Soms zijn mensen zo bang op "ik weet het niet" te zeggen dat ze vluchten in een andere vraag. De truuk is om die mogelijkheid niet open te houden. Vaak wordt om de hele brei heen gedraaid als je Epicurus aanhaalt. Soms is het écht een misverstand. Wat ik dan doe, is onderstaand filmpje (een stukje uit een lezing van Lawrence Krauss in 2009) laten zien, vertellen over de theepot van Russell en de vraag nog een keer stellen. Aan het antwoord merk ik of ik mijn tijd heb zitten verdoen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten