zondag 16 oktober 2011

Onsterfelijkheid en glazen plafonds.

In juli 2005 gaf de Britse bioloog Aubrey de Grey (naar eigen zeggen 158 jaar oud) een lezing op de TED-conferentie in Oxford. Hij stelde daarin dat het mogelijk is om veroudering zeer goed tegen te gaan, waardoor mensen wel 1000 jaar zouden kunnen worden. Dat heeft hij afgelopen dinsdag in Leiden herhaald. Hieronder is de video van de TED-conferentie. Ik was niet bij de lezing in Leiden, dus ik hoe het bij deze.





In een notendop komt het erop neer dat door metabolisme schade ontstaat in weefsel en dat als die schade toeneemt, pathologie optreedt, dat de dood veroorzaakt. Dit is een proces waarin we kunnen ingrijpen. De Grey maakt van veroudering een technisch probleem dat we kunnen oplossen. Met name op het gebied van de schade kunnen we middels "engineering" ingrijpen. Twee weken geleden heb ik bij mijn racefiets de achtertandwielen laten vervangen, in 2030 zal ik zelf een onderhoudsbeurt krijgen en in 2040 ook en 2050. Dat is min of meer het idee wat ik uit de lezing heb begrepen.


Onsterfelijk zijn, dat klinkt aantrekkelijk. De dood is zonder twijfel het grootste issue in de menselijke geschiedenis. Uit angst voor de dood zijn religies bedacht, en gedachtenexperimenten als de Elven in Lord of the Rings. Mensen gaan dood, dat is onvermijdelijk, maar niet volgens Aubrey de Grey. We kunnen dit proces doorbreken. Het klinkt allemaal haalbaar. De Grey heeft een zevental deadly things genoemd. Helaas snap ik niet wat ze betekenen, maar als De Grey zegt dat hij ze kan fixen, vind ik dat een interessant en inspirerend doel. 


We hebben onze "zekerheden" en het is altijd prachtig en fascinerend als mensen die doorbreken, als mensen niet accepteren dat het nu eenmaal zo is. Zo is onze wetenschap ontstaan en en zo zal deze ons verder brengen dan waar we nu zitten. Het is makkelijk om dat de kop in te drukken, ook al heeft het grote beperkingen. Waar het mij om gaat, is dat we niet verder komen als we ons laten afremmen door glazen plafonds waar we niet doorheen kunnen, man of vrouw. Dat is wat mensen als Galilei en Darwin de helden van de beschaving heeft gemaakt. Zij doorbraken het glazen plafond. Of Aubrey de Grey over 150 jaar ook een Aubrey de Grey-jaar ontketent (bij leven of dood), dat valt te bezien, maar er komt zéker geen Luuk Koelman-jaar, hoe zeer ik ook respect heb voor deze man met zijn geniale columns en bijna volmaakte brandbrieven.


Het is mooi om een man als De Grey een podium te geven om zijn ideeën uit te spreken, met alle beperkingen. Hoe houden we de zorg betaalbaar? Gaan we nu tot ons 850e jaar doorwerken? Hoe kunnen we al die mensen voeden? Rennen we de komende 700 jaar achter Khadaffi aan? Ik heb geen antwoorden en De Grey vermoedelijk ook niet. Hij wuift de vragen weg met een "weegt het op tegen de winst?"-wedervraag. Ook dat is te makkelijk. Het gaat wél om de vragen.


Het gaat wél om de vragen, zoals het altijd om de vragen heeft gegaan. Antwoorden zijn bijzaak. Wij komen als mensen verder omdat we vragen blijven stellen. Hoe, Wat, Waarom, Waar, Wanneer? Waarom zou de dood onvermijdelijk zijn? We zetten mensen op de maan, we hebben de pest tegen de muur staan, we kunnen voorspellen dat een vulkaan gaat uitbarsten. Aubrey de Grey bemoeit zich met de vraag die iedereen al millennia bezig houdt. Farao's wilden het niet definitief zien en bouwden monumenten voor de "reis". Er zijn veel vervolgvragen te stellen over zijn antwoorden op de vraag, maar niet over de vraag zelf. Zijn we sterfelijk?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten